Het Gezelschap "Practische Studie"
U bent hier:

Frans van Hasselt

18/11/2021

Frans van Hasselt

Johan Barthold Frans van Hasselt, Frans, werd op 26 februari 1913 in Den Haag geboren als jongste van een viertal kinderen. Hij doorliep het Nederlandsch Lyceum in Den Haag en haalde zijn HBS-diploma op 11 juli 1931. Frans ging in september 1931 in Delft studeren en was zeer actief in het Delftse studentenleven. Hieronder wordt zijn verdere leven geschetst, dat op 10 september 1942 in Buchenwald veel te vroeg ten einde kwam. Frans van Hasselt is 29 jaar geworden. 

Frans’ tijd als student in Delft

In het academisch jaar 1931-1932, Frans is dan 18, begon hij aan de (toenmalige) Technische Hoogeschool Delft bij de ‘Afdeeling der Weg- en Waterbouwkunde’ voor de opleiding tot civiel ingenieur. Frans van Hasselt was zeer actief als bestuurslid bij verschillende onderverenigingen en disputen van het D.S.C.. Vanaf 5 november 1935 was Frans van Hasselt een jaar Secretaris van de Senaat van het D.S.C. Over Frans werd ook wel gezegd: “Hij was “het Corps””. Vanaf november 1938 - oktober 1939 was Frans Commissaris van het Civiel- en Bouwkundig Studenten Gezelschap “Practische Studie”. Frans werd in de zomer van 1939 opgeroepen in het kader van de algehele mobilisatie, in het eerste regiment genietroepen, o.a. gelegerd in Schoonhoven en Rotterdam. In juli/augustus 1940 keerde hij terug naar Delft, hij was toen 27 jaar en 9e jaars (!). Hij wordt in oktober dat jaar gekozen tot President van het Civiel- en Bouwkundig Studenten Gezelschap “Practische Studie” (Civiele afdeling), ondanks zijn voornemen om voorspoedig af te studeren. 

De gebeurtenissen op 22/23 november 1940

Op 22 november 1940 werden de Colleges van Curatoren ingelicht dat de joodse docenten uit hun functie werden ontheven. Op zaterdagochtend 23 november trokken drommen studenten naar het gebouw voor Weg- en Waterbouwkunde aan het Oostplantsoen om het laatste college staatsrecht van prof.mr. A.C. Josephus Jitta bij te wonen. De administratie had echter sneller gewerkt dan dat deze normaal gesproken deed: de collegezaal was gesloten met een bordje op de deur waarop stond dat het college van prof. Josephus Jitta niet door ging. Van het TH-bestuur was niemand aanwezig, daarentegen wel het voltallige bestuur van de faculteitsvereniging Het Gezelschap "Practische Studie": Frans van Hasselt (voorzitter), Charley Hugenholtz, Robbie Droogleever Fortuyn, Jan Reus en Anton Tjeenk Willink. De laatste schreef in 1994: "Wij, als bestuur, stelden ons op, naast elkaar, op de overloop in het indrukwekkende trappenhuis. De hal en trappen waren tot barstens toe gevuld met afwachtende studenten. Frans, een geestelijk hoogstaand man maar geen agressief vechter, kreeg een duwtje in zijn rug van Charley, trad iets naar voren en belichtte in enkele gloedvolle woorden het grote onrecht dat was geschied."

In verband met de rust en goede orde, die tot op heden de geest van de gebouwen van de Technische Hogeschool kenmerkt, acht ik het noodzakelijk, u een enkel woord op het hart te drukken. Ik verzoek u zeer dringend, hier en op de gangen op geen enkele wijze commentaar te leveren op mijn woorden en daarna kalm en ordelijk uiteen te gaan. Laat uw toevallig samenzijn in geen enkel opzicht het karakter van een betoging krijgen. Met ontzetting en diepe droefenis namen velen van ons reeds kennis van het feit, dat professor Josephus Jitta verhinderd wordt college te geven. Zij, die dit niet wisten en hier tevergeefs gekomen zijn, worden hiervan bij deze in kennis gesteld. De gevoelens van u allen kennende, wil ik u slechts een enkele oude, bekende klank doen horen, die in deze moeilijke dagen aan ieder van ons een vaste wil en een groote kracht moge schenken. Het zijn de bekende woorden uit het Mattheus-Evangelie: Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen.

Zonder iemand te kort te willen doen mogen wij hier het licht erop laten vallen, dat in geheel universitair Nederland, Frans de eerst man is geweest, die de moed heeft gehad openlijk protest aan te tekenen.’s Maandags daarna brak spontaan een staking uit onder de Delftsche studenten, waarop het bevel van den bezetter de T.H. gesloten werd.

     
Trappenhuis van de ‘Afdeeling der Weg- En Waterbouwkunde’, vroeger (l). Tappenhuis in 2020 (r). Hier hield Frans zijn (korte) toespraak op zaterdag 23 november 1940.

De toespraak van Frans van Hasselt in het trappenhuis van de gebouw voor Weg- en Waterbouw werd drie dagen later, op 26 november 1940, gevolgd door de bekende rede van prof. Cleveringa van de Universiteit Leiden. Daarna werden alle universiteiten in Nederland gesloten. 


Prof. mr. R.P. Cleveringa (1894-1980)

Frans' gevangenschap

In de zomer van 1941 werd Van Hasselt opgepakt op zijn vakantieadres in Voorst (buurtschap Empe, (destijds) zijn ouderlijk huis). Niet vanwege zijn toespraak, maar vanwege zijn vriendschap met een Delftse student die een verrader had neergeschoten; commissaris van het PS-bestuur, Charley Hugenholtz, liquideerde nl. in het najaar van 1941 een agent-provocateur, tezamen met een medestudent, Jan van Blerkom. Van Hasselt werd echter opgepakt vanwege vermeende betrokkenheid bij die moord. Van Blerkom en Hugenholtz wisten overigens Nederland te ontkomen maar overleden bij een poging Engeland te bereiken. Zie hierover meer het boek van A. Huisman-van Bergen, “De Vervolgden: Jacht op twee Delftse studenten in 1941”, Boom, 1999. 

Via de strafgevangenis in Scheveningen - het ‘Oranjehotel’ genoemd vanwege de vele daar gevangen gehouden verzetsstrijders - werd Frans met vele andere Delftse studenten afgevoerd naar Kamp Leusden nabij Amersfoort. Vandaar werd hij gedeporteerd naar het concentratiekamp Buchenwald als zogenaamde Schützhaftling, een categorie gevangenen die de SS zonder vorm van proces voor onbepaalde tijd preventief in hechtenis hield.

Zijn ouders ontvangen per brief een verkondiging van zijn overleden, voor zijn overlijdensakte moeten ze 0,85 Duitse Reicksmarken betalen.


‘Sterbeurkunde’. Frans is op 10 september 1942 in ‘Weimar - Buchenwald’ gestorven, ‘....um 5 Uhr 40 Minuten’.

Frans’ overlevering & nagedachtenis

    
Herdenkingsplaquette bij de oude faculteit voor Weg- en Waterbouwkunde aan het Oostplantsoen te Delft. Een jaarlijkse kranslegging vindt plaats bij de plaquette bij het gebouw. Bovenstaande krans is gelegd op 23 november 2020, 75 jaar na Frans van Hasselt’s toespraak.

De plaquette, bevestigd in de linker zijmuur van de ingang aan het Oostplantsoen, draagt de tekst:

In dit voormalige gebouw van de Technische Hogeschool Delft kwamen op 23 november 1940 honderden studenten bijeen om te protesteren tegen de schorsing van Joodse docenten door de nazi's. Na een toespraak van de student Frans van Hasselt besloten ze spontaan te gaan staken. Het was de eerste massale staking in Nederland tegen de Duitse bezetting (1940-1945).

De studentenhuisvestingsstraten, de ‘Van Hasseltlaan’ en het ‘Van Hasseltplein’ in Delft, een zaal in de aula van de TU Delft, de ‘Van Hasselt-zaal’, en de ‘Van Hasselt’-lezing zijn naar hem vernoemd.

 

Referentie

Getoond archiefmateriaal is o.m. afkomstig van:
Regionaal Archief Zutphen, Inventaris van het archief van de Familievereniging Van Hasselt (1624-2019), nummer toegang 0023, inventarisnummers 1363-3442, ‘Uitgave nr. 4 Familievereeniging Van Hasselt’, oktober 1948, en o.a.  Jaarboeken TH Delft, Almanakken DSC, TU Delft Beeldbank, Beeldbank WOII, Wikipedia.

Met dank aan Duco Drenth, Alumnus TU Delft

Partners